Archief

Joep van Lieshout

SlaveCity (in het kader van Jheronimus Bosch 500)

11 juni - 2 okt 2016

Joep van Lieshout (Ravenstein 1963) opereert bij voorkeur op een grensgebied. Ook met de installatie SlaveCity zoekt hij grenzen op – tussen goed en kwaad, leven en dood, mens en machine. De tentoonstelling vindt plaats in het kader van Jheronimus Bosch 500. Deze visionaire schilder hield zijn publiek vijfhonderd jaar geleden al een spiegel voor. In dit ondermaanse tussen hemel en hel streven mensen misschien wel het goede na, maar de duivelse verleiding van hebzucht en wellust kunnen zij zelden weerstaan.

SlaveCity is onderdeel van de Bosch Grand Tour. In 2016 staat niet alleen de geboortestad van Jheronimus Bosch (ca. 1450-1516), maar heel Noord-Brabant in het teken van Nederlands’ beroemdste schilder uit de middeleeuwen. Bosch Grand Tour is een project van het Van Abbemuseum, De Pont, MOTI Museum of the Image, Natuurmuseum Brabant, Het Noordbrabants Museum, Stedelijk Museum ’s-Hertogenbosch en het TextielMuseum in het kader van de manifestatie Jheronimus Bosch 500. De tentoonstelling SlaveCity wordt tevens ondersteund met een bijdrage van Fonds 21.

Kon je de blokvormige beelden van gestapelde kratten Dommelsch bier (1987) waarmee Van Lieshout zijn entree in de kunstwereld maakte, nog duiden in de traditie van pop en minimal art, met de series tafels, bergmeubels en sanitair in vrolijk gekleurd polyester die hij vanaf 1988 vervaardigde, overschreed hij de grens naar alledaags gebruiksgoed. De tafels, stoelen, keukenblokken, douchebakken en wc’s waren de eerste bouwstenen voor iets groters, een allesomvattend Gesamtkunstwerk waarin Van Lieshout zijn visie op de wereld ontvouwt.

Een bescheiden aanzet hiertoe vormden de Mobile Homes, Van Lieshouts variatie op de bij Nederlanders zo populaire caravan. Ze propageerden tegelijk een vrijgevochten, anarchistische levensstijl met volop drank en seks. Niet alleen in de inrichting van de mobile homes, ook in tekeningen en maquettes werd dit tot in detail uitgewerkt. Wat komt er zoal kijken om het ideaal van een economisch onafhankelijke leefgemeenschap te verwezenlijken? Van de voedselvoorziening tot het opwekken van stroom, overal bedacht Van Lieshout praktische oplossingen voor. 

Voor de uitvoering van deze utopische projecten richtte hij in 1995 Atelier Van Lieshout op, een combinatie van werkplaats en kunstenaarsatelier. Bij AvL, gevestigd op een bedrijventerrein aan de Maas in Rotterdam, werken tegenwoordig zo’n vijftien mensen aan de productie van de meest uiteenlopende beelden en installaties. 

Rationeel en efficiënt organiseren, veel geld verdienen en dat alles liefst zo duurzaam mogelijk. Tegenwoordig onderschrijven vrijwel alle bedrijven en organisaties dit credo, ook SlaveCity, waaraan Van Lieshout sinds 2005 werkt. Hij heeft nauwkeurig berekend dat met de inzet van 200.000 slaven die zeven uur per dag in een call center werken, de jaarlijkse winst kan oplopen tot 7,8 miljard euro. Loon verdienen de slaven niet, maar kost, inwoning, vertier en bordeelbezoek zijn perfect geregeld. Van alle gebouwen en installaties bestaan inmiddels maquettes, tekeningen of schilderijen en de stad is – hoe kan het anders – energieneutraal. Alles is recyclebaar, inclusief de slaven zelf.   

Wie het ongemakkelijke gevoel bekruipt dat SlaveCity verdacht veel overeenkomsten vertoont met een concentratiekamp, heeft geen ongelijk. Deze macabere oorden van massavernietiging vormden een inspiratiebron, maar SlaveCity is volgens Van Lieshout helemaal up-to-date. In zijn Gesamtkunstwerk is de mens gereduceerd tot een radertje in een goed geoliede machine, die geheel is ingesteld op duurzaamheid en winstgevendheid. Helemaal onbekend komen deze uitgangspunten ons niet voor, maar de situatie in SlaveCity lijkt veel op satire of op een tamelijk lugubere grap.

Ook Jeroen Bosch was een meester in humor en satire. Van Lieshout ziet parallellen tussen zijn visionaire kunstprojecten en de wereld van Bosch, waar duister en licht, hemel en hel naast elkaar bestaan. Bosch was kritisch en stelde menselijke zwakheden als gulzigheid, hebzucht, dwaasheid enwellust aan de kaak, maar de interpretatie van zijn visioenen is niet eenduidig. Vooral dat laatste is de grote kracht van Bosch, vindt Van Lieshout: ‘In het drieluik Tuin der Lusten is het aardse paradijs misschien wel net zo vervreemdend en verontrustend als de hel.’