mr J.H. de Pont

Op 18 september 1987 overleed in Tilburg de jurist en zakenman mr J.H. de Pont. Kort voor zijn overlijden bepaalde hij, in overleg met zijn naaste familie, dat een deel van zijn vermogen moest worden aangewend ter stimulering van de hedendaagse beeldende kunst. In 1988 werd voor dat doel een stichting in het leven geroepen die zijn naam draagt.

De op 22 februari 1915 in Tilburg geboren Jan de Pont studeerde rechten in Utrecht. Na zijn studie vestigde hij zich in Amsterdam, waar hij in 1938 beëdigd werd als advocaat. In de oorlogsjaren behartigde hij de belangen van vele landgenoten in Duitse gevangenschap. Door de aan deze zaken verbonden risico’s belandde De Pont in het najaar van 1944 zelf in de gevangenis. Hij werd tot de bevrijding vastgehouden in het Amsterdamse Huis van Bewaring.

Na de oorlog kreeg Jan de Pont, wiens naam als advocaat inmiddels gevestigd was, veel opdrachten die met rechtsherstel van doen hadden. Ook in politieke kringen bleven zijn talenten niet onopgemerkt. In 1948 maakte hij als juridisch adviseur deel uit van de Nederlandse delegatie die in Batavia onderhandelingen voerde over de onafhankelijkheid van Indonesië. Hij nam ook deel aan de Ronde Tafel Conferentie in 1949.

Jan de Pont bleek naast zijn juridische kwaliteiten ook over een scherp zakelijk instinct te beschikken. In de loop van de jaren vijftig werd hij adviseur of commissaris bij tal van bedrijven. Een van de bedrijven die van zijn diensten gebruik maakten was AGAM, importeur van Mercedes-Benz in Nederland. De eigenaar van dit bedrijf had geen opvolger en verzocht bij zijn terugtreden uit de zaak in 1956 Jan de Pont als waarnemend directeur op te treden. De Pont accepteerde de uitdaging, die hem er uiteindelijk toe bracht het bedrijf in 1960 geheel over te nemen. Onder zijn leiding breidde AGAM zich in de jaren zestig snel uit. Er kwamen vele verkooppunten bij en in 1970 werd een nieuw hoofdkantoor in Utrecht geopend. In dit kantoor richtte De Pont als een van de eerste ondernemers in ons land een kunstgalerij in.

Jan de Ponts zakelijke belangstelling bleef niet tot het autobedrijf beperkt. Zo raakte hij betrokken bij een reorganisatie van textielbedrijven in zijn geboorteplaats Tilburg. Eén daarvan, de wolspinnerij Thomas de Beer, kon tot De Ponts grote tevredenheid in 1969 weer gaan draaien. De belangstelling voor deze fabriek bleef hij tot het einde van zijn leven houden. Hij heeft het niet meer meegemaakt dat de spinnerij in het najaar van 1989 alsnog moest stoppen. Dat het fabriekscomplex nu een belangrijke rol speelt als huis van een naar hem genoemde kunststichting zou hem zeker een groot plezier hebben gedaan.